Nieuws - Uit ons verleden (3): Gevelsteen met achtergrond

Gevelsteen boven ingang godshuis aan de G.W. Smitweg

Wanneer je met opgeheven hoofd het pad naar het kerkgebouw van de Hervormde Gemeente Donkerbroek/Haule aan de G.W. Smitweg oploopt en de ingang nadert, vooral als het de eerste maal is, nou, dan kan het (haast) niet anders of het moet je opvallen. Regelmatige bezoekers van het kerkgebouw schenken er nauwelijks nog aandacht aan. Ze lopen er onderdoor de kerk binnen.

Drie gevelstenen

Bij een eerste, misschien nog bij een tweede bezoek blijf je even, voordat je naar binnengaat, staan. Je ogen turen langs de gemetselde voorgevel van het gebouw. Ze ontwaren drie gevelstenen. Een grote, een soort wapenschild, in het midden, precies boven de ingang, en een links en een rechts daarvan. De tekst op de twee buitenste stenen is goed te lezen, maar de middelste, die grote, wat is daarmee toch aan de hand? Die lijkt vernield te zijn. Zowel de tekst als het wapen boven de tekst. De drie adelaars met afgewende kop en gekroond door een helm zijn nog waar te nemen. Maar welke tekst is eens aangebracht en wanneer/waarom is het een en ander weggekrast? Vragen waarop we in deze aflevering ingaan.

Wanneer gevelsteen vernield?

We moeten om het antwoord op deze vraag te verkrijgen terug gaan in de tijd. Naar wat wordt genoemd ‘de Franse tijd’, of de ‘Frans-Bataafse tijd’, dus 1795-1813. Eind 18e eeuw namen de spanningen tussen Oranje-gezinden, ook wel genoemd Orangisten, en Patriotten toe. De Patriotten wilden een meer democratisch regeringsstelsel, terwijl de Orangisten juist stadhouder Willem V meer macht wilden toekennen. Nadat in 1789 de Franse Revolutie was uitgebroken waren veranderingen in ons land steeds moeilijker tegen te houden. Eind 1794 vielen Franse troepen, onder leiding van generaal Jean-Charles Pichegru (wie herinnert zich die naam niet van de geschiedenislessen en hoe bekend is het gezegde Wat nu? zei Pichegru, waar we overigens in dit verband niet nader op ingaan) ons land binnen. De Bataafse Republiek werd uitgeroepen en stadhouder Willem V vluchtte op 18 januari 1795 naar Engeland. Een roerige periode brak ook hier aan. In ons land kwam er, zou je kunnen zeggen, een tweede ‘Beeldenstorm’. Op grote schaal werden wapenschilden van de adel, zowel in als aan kerken/gebouwen vernield en teksten onleesbaar gemaakt. Dat moet ook gebeurd zijn met het wapenschild boven de ingang van de kerk alhier.

Tekst op gevelsteen

Valt nog te achterhalen welke tekst op de gevelsteen heeft gestaan? Wel, in 1914 is een poging gedaan de tekst te reconstrueren. We weten dat omdat de predikant van destijds, ds. F.E. Gerritzen, daarvan verslag doet in het blad ‘Geloof, hoop en liefde in onzen tijd’ (blaadje voor de Ned. Hervormden in de classis Heerenveen), 6e jaargang nr. 4, april 1918. Hij neemt de lezer mee naar het jaar 1914. In dat jaar vonden er twee belangrijke gebeurtenissen plaats in ons dorp. Herdacht werd dat twee honderd jaar daarvoor het kerkgebouw was herbouwd. De andere belangrijke gebeurtenis was de restauratie van de voorgevel van de kerk. Die gelegenheid heeft men aangegrepen om de beschadigde tekst in de gevelsteen van nabij nader te bestuderen. Laten we echter ds. Gerritzen maar aan het woord laten. “Toen in 1914 de gevel werd gerestaureerd, hebben de architect Meek [bedoeld wordt O.M. Meek, inwoner van ons dorp] en de predikant [ds. Gerritzen dus] een paar uur hun best gedaan de in de Franschen tijd weggeslagen letters te ontcijferen. Het resultaat was, dat het oorspronkelijke opschrift met zekerheid kon worden vastgesteld” (einde citaat).

Het wapen is dat van de familie Lyclama à Nijeholt en het onderschrift luidt (we citeren weer ds. Gerritzen):

De Heere
Augustinus Lyclama
á Nijeholt Juris Utriusque
Licentiatus, Grietman en Ont
Fanger Generael over en van Opster-
Landt althans Monstercommissaris
deser Provintie van Frieslandt
en
de Heere Bartholdus Lyclama á Nijeholt,
I: U: DR Grietman over Stellingwerf Oosteinde en
Meede Gedeputeerde Staat van Frieslandt etc.

In deze tekst komen we een passage in het Latijn tegen, een afkorting en een ‘moeilijk woord’. Ze betekenen:

  • Juris Utriusque Licentiatus = academische graad in zowel burgerlijk als kerkelijk recht,
  • I:U:DR : Iuris Utriusque Doctor = Doctor in het burgerlijk en kerkelijk recht.

De adellijke heren hadden dus nog al wat gestudeerd, wellicht aan de universiteit te Franeker. En dan het woord ‘Monstercommissaris’, een van de kwalificaties van Augustinus. Wat ‘doet’ zo iemand? Wel, het is iemand die van hogerhand is opgedragen te inspecteren of alle militaire manschappen in behoorlijke orde aanwezig zijn, zo ook of het met de paarden in orde is. Weer wat geleerd. Zoals de tekst aangeeft was Augustinus Lyclama à Nijeholt grietman [zeg burgemeester] van Opsterland en Bartholdus ‘onze’ burgemeester, dus een voorganger van de edelachtbare heer drs. Harry Oosterman.

Tenslotte

Maar wat hadden die heren nu van doen met Donkerbroek? Waarom hun wapen enz. en die tekst zo prominent boven de ingang van het godshuis? In een volgend artikel wil ik nader ingaan op de geschiedenis van het kerkgebouw, althans voor zover bekend. Uit verschillende bronnen zullen we het dan hebben over de herbouw in 1714, de herdenking in 1914 en een blik vooruit werpen naar 2014 wanneer het 300-jarig bestaan van het gebouw kan worden gevierd. Tevens komen dan beide heren Lyclama à Nijeholt weer ter sprake. Sponsorden ze de herbouw?

Geplaatst op: 23 April 2010

terug