Nieuws - Uit ons verleden (2): Postroute Groningen-Lemmer

Donkerbroek: ‘plaifter plaatz’ voor de postwagen van Groningen op de Lemmer

In 1794 verschijnt bij Jan Hindrik Bolt, Stadsboekdrukker te Groningen, een curieus boekwerkje. Het omvat 25 pagina’s. Onlangs werd mij een exemplaar ervan aangereikt. Het boekje heeft een zeer lange titel. Ik wil u die volledig, en in de schrijfwijze van toen, geven. De titel luidt:

Nou, dat is een mond vol! Het is een ordonnantie (= verordening) uitgegeven door de Burgemeesteren en de Raad in Groningen. In het voorwoord geven ze aan waarom het uitbrengen van deze ordonnantie nodig was. Zo lezen we dat “in verloop van tijd/eenige misbruiken waaren ingeslopen tegen Onze Ordonnantie omtrent de beheersing van het Wagen-Veer van Groningen na de Lemmer en vice versa, gearresteerd de 12 Maij 1731”. Bovendien was het zo dat in de voorafgaande jaren “de levensmiddelen en de voeragie voor de Paarden tot hoogere prijzen zijn gesteigerd [sic!]”. Reden om “de vrachtlonen provisioneel te verhoogen”.

Maar,
“Waarom in de rubriek ‘Uit ons verleden’ daar aandacht aan schenken?”, zo hoor ik u vragen. Wel, ons dorp blijkt een belangrijke “vaste plaifter (de f te lezen als s) Plaatz” op de route te zijn. O.a. over waar de postwagen dan wel in ons dorp die halte had zullen we het in deze aflevering hebben.

Postroute Groningen-Lemmer

In de omgeving van deze tekst treft u een kaartje aan waarop postroutes in de noordelijke provincies in vervlogen tijden zijn aangegeven. Zo ook de route ‘Groningen op de Lemmer’. Vanuit Groningen ging de ‘POST-WAGEN’ over de weg naar Lemmer. Op die route lag (ook) Donkerbroek, al wordt de naam niet op het kaartje vermeld. Nu lagen er op die route meerdere dorpen waar de postwagen langs kwam. Artikel 31 van de ‘Ordonnantie’ noemt ze, nl. “de Punt, Norch, Veenhuizen, Donkerbroek, Nieuwe Hoorn [Nijehorne], Schoten/Heerenveen, Oosterzee” en dan volgde de eindbestemming Lemmer. De ordonnantie leert echter dat Donkerbroek een belangrijk ‘rustpunt’ op de route naar Lemmer was. Voordat we hier nader op in gaan, even uw aandacht voor een aantal zaken uit de verordening.

Bepalingen uit verordening

In de 37 artikelen waaruit de ordonnantie bestaat treffen we voorschriften aan met betrekking tot vele zaken. Bv. aan welke eisen de “Voerlieden en hunne knegten” moeten voldoen. Ze moeten van goed gedrag zijn en mogen niet “zonder permissie van de Passagiers tabak op het rijtuig roken”. De postwagen was, ook al doet de naam het niet direct vermoeden, toch wel vooral bedoeld voor het vervoer van passagiers. De artikelen bevatten daarom bepalingen m.b.t. het maximaal aantal te vervoeren personen (nl. 6 stuks), de prijs van kaartjes, het maximale gewicht van mee te nemen koffers/korven/zware pakken. Deze mochten niet in de wagen, maar moesten achterop “mits niet te bovengaande de zwaarte van 25 pond”. De wagen werd getrokken door 4 paarden (art. 12).

Vertrekpunt in Groningen was het Posthuis aan de Grote Markt. Een drietal dagen per week werd de dienst op Lemmer onderhouden. De postwagen vertrok aan het eind van de nacht. In ieder van de genoemde plaatsen werd er enige tijd gestopt, dit om passagiers te laten uit- en instappen, om hen de gelegenheid te geven de voeten even te strekken en om de paarden enige rust te gunnen. De hele reis duurde 18 uur, waarvan “een plaifter tijd van 4 ¼ uur”. Je was dus wel even onderweg als je naar familie in Lemmer wilde. Bovendien, uren hobbelen in die wagen over onverharde wegen. Een pretje?

Pleisterplaats Donkerbroek

Vanuit Groningen bereikte men na 8 uur, driemaal onderbroken door in totaal 1 ¼ uur ‘pleisteren’ Donkerbroek, bijna halverwege de gehele route. Daar kregen mens en dier wat meer tijd ‘om bij te komen’. Maar waar had men toen (we hebben het over eind 18e eeuw) die mogelijkheid in ons dorp? Waar stond de ‘wachtruimte’? Waar was de ‘restauratie’ voor het nuttigen van een consumptie? Voor een eerste antwoord op deze vragen slaan we de ‘Leeuwarder Woensdagfe Courant’ van 22-03-1758 open en wat lezen we op de laatste pagina, tussen een veelheid aan advertentie? Ik geef u de letterlijke tekst (behalve: de f als s vervangen door een s!)

Daar werd gepræsenteerd tegen Mey aanstaande te verhuuren, eene deftige nieuw gebouwde HUISINGE en HERBERG het Posthuis genaamd, met een stuk LANDS om Paarden &c. op te Weiden, staande en gelegen te Donkerbroek, alwaar de Postwagen van Groningen op de Lemmer et vice versa pleisterd, ymand gadinge daar aan hebbende kan zig addresseren by de Executeur SCHURER te Mackinga.

Ook Donkerbroek had dus destijds zijn ‘Posthuis’ waar de postwagen ‘pleisterde’, of te wel waar de passagiers een uurtje konden ‘bijkomen’, zo ook de paarden. Wat de paarden betreft, mogelijk werden die vervangen door vier ‘verse’, voor het vervolg van de reis.

In de ‘Leeuwarder Courant’ van 09-11-1771 en in die van 07-07-1784 tref je advertenties aan van verkopingen “ten huize van Abel Sickes Castelein in ’t Posthuis te Donkerbroek”. Ook in de Kasboeken van de kerkvoogden van de Herv. Gemeente Donkerbroek/Haule kom je de naam ‘Posthuis’ nogal eens tegen. Bv. in 1796 waar valt te lezen dat er betaald is voor consumpties “bij het schrieven van een brief”. In het zgn. ‘Onderwijzersboekje’ van meester Jannes Brunsting, hoofd der school te Donkerbroek, van 1856 , lezen we ook over het etablissement, nl. “De post- of Heerenweg van Lemmer op Groningen ging vroeger door Donkerbroek, aldaar was een posthuis in de herberg het posthuis, alwaar nu ook het bestelhuis is van brieven voor de voetbode van Oldeberkoop op Oosterwolde vv.”.

“Maar waar stond dat ‘Posthuis’ dan?”, zult u vragen. Een eerste aanwijzing: De aanleg van de N381 in de zestiger jaren van de vorige eeuw betekende (o.a.) dat de eeuwenoude Balkweg op ons grondgebied in tweeën werd gesplitst. Vanaf de G.W. Smitweg ontstond een gedeelte Balkweg dat een doodlopende weg werd. Op 6 mei 1964 besloot de Gemeenteraad van Ooststellingwerf die paar honderd meter weg de naam te geven van ‘Posthuisweg’.
Vanwaar die naam? In het voorstel van B&W aan de Gemeenteraad dd. 23-04-1964 lezen we: “Deze naam is ontleend aan de hier vroeger lopende postweg van Hoornsterzwaag naar Donkerbroek. Tegenover deze weg stond het posthuis”.

“Tegenover deze weg”. Dus het huis thans aan te geven met G.W. Smitweg 12? Inderdaad! Maar, helaas, het ziet er niet meer uit zoals weleer. Bij deze tekst is een prentbriefkaart afgedrukt welke laat zien hoe het pand er meer dan 100 jaar geleden uitzag. Daarop is nog te zien (links van het huis, nu het terrein waarop nr. 14 is gebouwd) de zgn. trochreed [doorreed]. Een trochreed was een stalling bij een herberg, met grote deuren aan de kant van de weg, zodat een koets met paarden gemakkelijk naar binnen kon rijden Van wie de koets op de foto was weet ik niet. Misschien van de eigenaar van het Posthuis. Nog net is te lezen dat op het bord op de muur staat, “LOGEMENT en STALLING J. Dokter”.

Tot ongeveer 1940 werd het pand geëxploiteerd als hotel. Aanvankelijk door enige generaties familie Dokter, vanaf 1912 door Wander van Dijk en daarna nog een paar jaar door ene Martin de Jong. In 1957 werd H. Prins eigenaar van het pand. Hij verbouwde het tot kruidenierswinkel. Een historisch pand in ons dorp ging daarmee verloren. Maar dat hebben we wel meer gezien, ook recent nog. Helaas!

Ten besluite

bron: www.bertsgeschiedenis.nlDe Post-wagen, zie plaatje hiernaast, komen we niet meer tegen op straat. Hooguit tijdens het Flaeijelfeest in Oude-/Nieuwehorne! Ook voetbodes, die de post naar omringende dorpen brachten, zijn uit het straatbeeld verdwenen. Een volgende keer zal onderwerp voor een aflevering zijn: de postbezorging in Donkerbroek. Waar stond het eerste postkantoor en waar die daarna? Wie waren brievengaarders, postbezorgers en houders van het postagentschap? Wellicht krijgt dan ook aandacht de ontwikkelingsgeschiedenis van de telefoon in ons dorp.

Geplaatst op: 20 Maart 2010

terug