Nieuws - Het stille verval van Donkerbroek

Donkerbroek, ons dorp, ons thuis. Een plek waar buren elkaar nog kennen, waar men een praatje maakt bij de kassa, en waar de supermarkt niet alleen een winkel was, maar een hartslag. Maar die hartslag stokt nu. De deuren sluiten, de schappen worden leeggehaald, en wat achterblijft is een gapend gat.

Straks moeten we altijd naar andere dorpen voor onze boodschappen. Even snel een pak melk halen? Vergeet het maar. Een vergeten ingrediënt voor het avondeten? Daarvoor moeten we de auto pakken. Het gemak, de vanzelfsprekendheid, het dorpse karakter – het verdwijnt stukje bij beetje.

Vanavond staat er nasi op het menu. Terwijl ik de groente snijd, bedenk ik ineens hoe lekker dat zou zijn met satéstokjes. Ik pak mijn telefoon om mijn man te appen of hij die na zijn werk even wil meenemen. Maar dan stokt mijn hand boven het scherm. Een koude realisatie sijpelt binnen: de winkel is al bijna leeg. De schappen waar normaal de diepvriesproducten liggen, zijn grotendeels kaal. De kans dat er nog satéstokjes zijn, is nihil. Ik sluit de app en zucht. Vanavond eten we nasi zonder saté.

En dit is nog maar het begin. Het begin van vele maaltijden zonder dat ene ingrediënt dat ik vroeger gewoon even kon halen. Het begin van een dorp dat langzaam leegloopt, niet alleen in winkels en voorzieningen, maar in leven.

Donkerbroek: een plek waar je woont maar niet leeft?

Het multifunctionele centrum dat zou komen? Een voorziening die ons dorp nieuw leven in zou blazen? Het wordt kapot geproduceerd. Uitgesteld, verschoven, ingewikkeld gemaakt door regels en obstakels. Wat ooit een plan voor de toekomst was, lijkt nu een wens uit een ver verleden. Iets wat we misschien ooit hadden kunnen krijgen, maar wat steeds verder buiten bereik raakt. En met dat centrum zou ook een veilig verkeersplan komen. Een doordachte inrichting rondom de school, zodat kinderen niet langer met ingehouden adem over straat hoeven, bang voor de auto’s van ouders die zich koste wat kost zo dicht mogelijk bij de ingang willen wurmen. Maar ook dát blijft bij plannen. De kinderen van Donkerbroek zullen voorlopig nog met ogen in hun achterhoofd naar huis moeten lopen.

Daarnaast zou de buitenschoolse opvang (BSO) eindelijk een fijne, minder vervallen ruimte krijgen in dat nieuwe centrum. Een plek waar kinderen na schooltijd konden spelen en ontspannen zonder zich te moeten begeven in een gebouw dat steeds meer tekenen van verval vertoont.
En ondertussen? Ondertussen krijgt de gymzaal stukje bij beetje het uiterlijk van een kraakpand. Het dak bladdert af, de muren worden grauw en het gebouw ademt verloedering. Weer iets dat in Donkerbroek uiteindelijk zal ontbreken.

Wat blijft er nog over? Een kerk die op zondagen de klokken luidt, een school waar kinderen leren over een wereld die steeds verder van Donkerbroek af lijkt te staan, en een kroeg waar men zich troostend aan een glas vastklampt, pratend over hoe het vroeger was.

Want Donkerbroek was meer dan een gehucht. Het was een dorp met leven, met voorzieningen, met samenhang. Maar zonder supermarkt? Zonder een gymzaal? Zonder een veilig schoolgebied en een fatsoenlijke BSO? Zonder een toekomstperspectief? We worden gereduceerd tot een plek waar je woont, maar niet leeft.

De deuren sluiten. De plannen verdampen. Het dorp dooft langzaam uit. En wij, de Donkerbroekemers, blijven achter met een gemis dat groter is dan alleen een winkel. Het is het verdwijnen van iets veel kostbaarders: het gevoel van thuis.

Ingezonden door Mariska Dijkstra

Geplaatst op: 22 Maart 2025

terug