Nieuws - Uit ons verleden (8-4): 300 jaar kerk (deel 4)
Kleine kerkgeschiedenis van Donkerbroek 1500 – 1720 deel 4
Exact 300 jaar na de eerste predicatie door ds. Poutsma in de dan nieuwe kerk (op 11-11-1714) volgt deel 4 van deze reeks:
Inleiding
In deze aflevering zullen we onze aandacht richten op een belangrijk gebeuren in de geschiedenis van Friesland en dus ook van Donkerbroek. Het vond plaats in 1580. Bij resolutie van de Gedeputeerde Staten werd Friesland van katholiek gereformeerd.
Achtereenvolgens wil ik u, met een ‘praatje en een plaatje’, wat vertellen over:
- Het Statenbesluit van 31-03-1580
- Het Statenbesluit tot inventarisatie van de geestelijke goederen in Friesland en dan in het bijzonder de reactie van Ooststellingwerf
- Priesters in ballingschap
Friesland bij hamerslag gereformeerd
Hieronder ziet u de eerste artikelen uit het besluit van Gedeputeerde Staten van 31-03-1580.
Nauwelijks te lezen. Bij Van Apeldoorn, in het eerste deel, (zie litt. lijst) trof ik op de pagina’s 298-301 de tekst aan van de 24 artikelen van genoemde resolutie.
In art. 1 lezen we:
‘Int eerst ende voor all alle priesters ende andere geestelycke persoonen zoe mans als vrouwenpersoonen zullen affholden van alle Pausselycke gewoenlycke ceremonien, diensten ende oeck hare predicatien, zoe well int heymelick als openbaer, by verbeurte van haere pensioen ende voorts arbitralycken gecorrigeert te worden’.
Het is duidelijk: katholieke erediensten zijn verboden. Slechts de gereformeerde religie mag worden uitgeoefend. Bij overtreding verliest de priester zijn pensioen en wordt hij ‘arbitralycken gecorrigeert’, d.w.z. bij rechterlijke uitspraak gestraft.
Het zou te ver voeren om op deze plaats alle 24 artikelen te gaan behandelen. Ik noem er enkele ‘spraakmakende’.
Art. 16: Afgezette priesters mogen pas weer worden gekozen en aangenomen als herder en leraar wanneer ze ‘nae behoorlycke examinatie ende ondersoeckinge’, volgens de instructies opgemaakt door de predikanten, ‘bequam bevonden worden’.
Er zijn nogal wat priesters die een andere weg kiezen. Ook in Donkerbroek, maar daarover zo dadelijk.
Art. 18: Ook wordt de grietmannen opgedragen ‘de kercken in continenti [ogenblikkelijk] zonder eenige vertreck [uitstel] ofte dilay [belemmering] te doen reynigen ende zuyveren van den beelden, altaeren ende alles wat totter roomsche ceremonyen ende affgoderyen gedient heeft’ (!). De Friese beeldenstorm!
Inventarisatie kerkelijke goederen
De resolutie van 31-03-1580 betekende (o.a.) dat alle kerk- en patroongoederen in de parochies toevielen aan de provincie. Ze zouden o.a. worden aangewend voor het onderhouden van predikanten.
Om te voorkomen dat die goederen zouden worden misbruikt of in verkeerde handen zouden vallen besluit Gedeputeerde Staten dat er in alle grietenijen een inventarisatie dient plaats te vinden van de in de dorpen aanwezige kerkelijke goederen en deze op te sturen naar Leeuwarden. Zulks geschiedde.
In Ooststellingwerf is het ‘J. ter Wijsgha, grytman van Stellinckwerf oestende’ die een lijst laat opstellen, gedateerd 11-04-1580. Met een begeleidend schrijven van 27-04-1580 laat hij het bezorgen in Leeuwarden. Beide documenten bevinden zich bij TRESOAR, Leeuwarden. Ze zijn, voor zover ik weet, nog nooit in originali gepubliceerd.
Hieronder zijn weergegeven:
- Het schrijven van de grietman
Als u het kunt lezen, wel, dan bent u te feliciteren. Mij lukt het niet. Maar ……..
Gelukkig heb ik van de Fryske Akademy in Ljouwert toestemming gekregen uit de transcriptie van Van der Meer c.a. (zie literatuurlijst) te mogen citeren. Waarvoor, ook op deze plaats, mijn dank.
De grietman opent zijn schrijven door te herinneren aan ‘….alzoe ick verleden tiden van u.e. bin ghecommithijrt [opdracht gekregen] omme de geestelicke goederen te inventarizeren ende daerof copien te senden’. Dus had hij ‘metten eersten [in de eerste plaats] van alle pastorijen ende viccarijen in de gretenij’ gevraagd de info aan te leveren en ook verkregen.
Terloops merkt hij in zijn schrijven nog op ‘……ende dat vorder de kerken alhier gereiniget zinnen nae inholt de actij ……..’. Immers, dat was opgedragen in art. 18 van het Statenbesluit dd. 31-03-1580 (zie hierboven).
Vervolgens ziet u de passage uit het ‘Register van de gheestelicke goederen vann Stellincwarf oestende’ betr. Donkerbroek. Hier volgt de transcriptie van Van der Meer c.s.
- Inventarisatie in Donkerbroek
Van Dunckerbrueck de pastorie
Een zaete lantds met zijn annexen doende tzijaers omtrent
Sesentwintich philips guldens an de oestegge Egbert Siebens, an de
Westegge Sibe Tijabelens cum socijs naestgelandet
Noch zekere viventwintich philips guldens rustende bij ener Hincko
Garkens doende tsijaers anderhalf goldgulden
Noch Peters pacht uut de gemeente jaerlix omtrent 10 mudde
Rogge
Tot de patroen aldaer
Een cleijn arfken doende tsjaers omtrent 8 philips guldens waer
mede de husinge moet onderholden worden
Noch in Jochum Janzens zaete 10 roeden lantds doende tsjaers
omtrent 24 stuvers
Noch vierdehalf roeden in Tijabbe Hinckes wester onlant doende
tsjaers 20 stuvers
Aldus verclaert ende anghegheven niet te wesen
enige wider goederen noch oeck van
kerckengoederen bij Lubberrt Albertsz
ende Hincko Abelensz
Betekenis enige oude woorden:
oestegge -oostkant
westegge - westkant
cum socijs - met de zijnen
naestgelandet - aangrenzend
onderholden - onderhouden
onlant - slecht land, moerasland
Zo te zien een aanzienlijk geringere opsomming dan in de Beneficiaalboeken van 1543 (zie afl. 8-3).
Priesters in ballingschap
Niet alle priesters in Friesland gaan over naar de ‘nieuwe’ godsdienst om er, na een ‘omscholingscursus’, gereformeerd predikant te worden. Niet weinigen weigeren en worden verbannen of wijken eigener beweging uit. Ook zijn er die (dan maar) schoolmeester of koster worden.
Bij TRESOAR, Leeuwarden, berust een handschrift getiteld Conscriptio Exulum Frisiae (vrij vertaald: Lijst van Friese ballingen). Het dateert van 1584-1587. De lijst bevat vele getekende en gekleurde wapens van steden, grietenijen, geestelijken en edelen. Ook worden de namen genoemd van geestelijken, soldaten en burgers die om ‘de Cathol. Apostol. en Roomsche Religie’ en om hun gehoorzaamheid aan Philips II, koning van Spanje, uit Friesland zijn uitgeweken of ‘verdreeven, verjaecht, gebannen …..’.
Op pagina 189 komen we een aantal dorpen in ‘Stellingwerfoostende’ tegen, waaronder Donkerbroek. Deze pagina vindt u hieronder weergegeven.
Onder de prachtige kleurentekening van het wapen van de gemeente lezen we in de derde regel:
Di Lubbertus Alberti, Pastor in Donckerbroeck
Reversus in Patriam sed Fidelis
De vertaling hiervan is:
Lubbertus Alberti, pastoor in Donkerbroek
Teruggekeerd in het vaderland (=Friesland) maar gelovig (=nog steeds katholiek)
Deze Lubbertus Alberti was in 1579 aangesteld als pastoor. Hij heeft hier dus maar zeer beperkte tijd gediend.
Epiloog
Als het meezit volgen er nu nog 2 à 3 afleveringen in deze serie. De volgende keer zal het gaan over de periode 1580-1701. Wat is er bekend van het kerkelijke leven in Donkerbroek in deze periode? Daarna over dat de Staten van Friesland in 1700 Donkerbroek en Haule toestaan zich los te maken van Oosterwolde en een zelfstandige gemeente te gaan vormen. De laatste aflevering zal dan gaan over de kerkbouw in 1714.
Bronnen (bij TRESOAR, Leeuwarden)
- Resolutieboek Gedeputeerde Staten van Friesland. Toegang 5, inv.nr. 2285, folio’s 2-3-4
- ‘Register van Gheestelicke goederen vann Stellincwarf oestende den 11 April 1580’. Toegang 5, inv.nr. 2777
- Begeleidend schrijven dd. 27 april 1580 van J. ter Wijsgha, grytman van Stellincwerf oestende. Charternummer 1650
- ‘Conscriptio Exulum Frisiae’, handschrift. Toegang 323-01, inv.nr. 791j
Overige literatuur
- Apeldoorn, Mr. L.J. van ‘De kerkelijke goederen in Friesland’. Twee delen. Leeuwarden, 1915
- Bergsma, Wiebe ‘De alomtegenwoordige Gereformeerde kerk’. In: ‘Frieslands verleden. De Friezen en hun geschiedenis in vijftig verhalen’. Fries Dagblad, 2008
- Bunskoeke, drs. D.M. ‘Tot meenste nut, profijt en luister van de ingesetenen’ Schetsen uit de geschiedenis van de Hervormde Gemeente Oosterwolde-Fochteloo. Uitgave van de kerkenraad van genoemde gemeente, 1985
- Burmania, E.M. van ‘Naamlijst van vele geestelijken in de dorpen van Friesland voor de Hervorming van 1580’, Handschrift 1466 [ca. 1780] bij TRESOAR, met latere aanvullingen
- Hotzo Aecxma (& Regnerus/Rennert van Solckema ‘Conscriptio exulum Frisiae 1580 [-1587]’. Uitgave: M.H.H. Engels, Leeuwarden ME 2007
- Meer, P.L.G. van der/Mol, J.A./Nieuwland, G. ‘Administrative en fiskale boarnen oangaende Fryslan yn de ier-moderne tiid’. Fryske Akademy, Ljouwert, 1993
- Roemeling, O.D.J. ‘Heiligen en Heren. Studies over het parochiewezen in het Noorden van Nederland vóór 1600’. Fryske Akademy, 2013
Geplaatst op: 11 November 2014