Geschiedenis
Armoede en drank
Naast de welgestelde burgerij waren er velen die lang en hard moesten werken voor een schamele bete broods of die waren aangewezen op de Diaconie. In haar kasboeken komen we nog al eens uitkeringen aan armlastigen tegen en betalingen van de kosten van medische hulp en begrafenissen. Dat in die moeilijke tijden ook naar de drank werd gegrepen kan worden geconcludeerd uit het niet geringe aantal tappunten en café’s in het dorp. Zo kon men bv. op de plaats van het huidige Eetcafé/café De Vosseheer midden 19e eeuw al terecht voor een slokje. Overigens, eind 18e eeuw stond op thans Geert Wolter Smitweg 12 al een café, genaamd Het Posthuys. De postkoets deed er aan, de paarden konden er in de zgn. trochreed op verhaal komen en, zo leert het kasboek van de Kerkvoogden, de lokaliteit werd ook benut door genoemde notabelen. Al in 1797 treffen we betalingen aan “van verteeringen in het Posthuys”, omdat de kerkvoogden “een brief [moesten] schrieven”, of als er gestemd moest worden over een te beroepen predikant. Kennelijk leende de herberg zich daar beter voor dan het kerkgebouw.