Geschiedenis

Donkerbroek wordt groter

De bevolking groeit snel. Volkstellingen leren: in 1838 137 gezinnen, 670 inwoners; in 1850 176 gezinnen, 842 inwoners. De meest voorkomende beroepen zijn nog steeds landbouwer en arbeider. Van turfwinning is nauwelijks sprake en de industrialisatie gaat (voorlopig) aan Donkerbroek voorbij. Wel neemt het aantal kleine ambachtslieden toe, zoals timmerlieden, schoenmakers, smeden, wevers, grutters, gorters en wagenmakers. De Bevolkingsregisters 1840-1860 en 1860-1880 laten zien dat er al meerdere (praktiserende?) geneesheren in het dorp woonden.